De Périgord / Dordogne
De Périgord is een zuidelijkwestelijk gelegen Franse landstreek met als hoofdstad Périgueux en vormde oorspronkelijk een graafschap. Na de Franse revolutie zorgde men voor een bestuurlijke herindeling en werd het een departement. Het veranderde ook van naam en werd, conform de toen geldende de regel, genoemd naar de belangrijkste rivier: Dordogne.
Frankrijk is sinds 2016 opgedeeld in 18 regio’s. Deze regio’s zijn te vergelijken met bv. Vlaanderen en Wallonië.
Verder worden deze regio’s verdeeld in departementen; te vergelijken met onze provincies.
De nieuwe regio omvat het zuidwestelijke Aquitaine, Limousin, Poitou-Charentes. Het departement Dordogne is gelegen in de regio Aquitaine met het nummer 24. Dit nummer is ook terug te vinden op het kenteken van de auto.
De landstreek Périgord bestaat uit 4 grote gebieden:
Périgord Blanc (wit) : verwijzend naar de lichtgekleurde kalkplateaus
Périgord Pourpre (paars) : verwijzend naar de rood-paarse verkleuring van de druivenbladeren rond Bergerac.
Périgord Vert (groen) : verwijzend naar het groene landschap ten gevolge van de veelvuldige regens.
Périgord Noir (zwart) : verwijzend naar het donkere bladerdak van de eikenbossen.
Nergens in het departement Dordogne is de concentratie aan excursiedoelen zo groot als hier; waartoe uiteraard ook de onze behoren met o.a. Sarlat. De hotelaccommodaties zijn ook uitvoerig aanwezig; zo ook ons prachtig en exclusief hotel Laborderie met een sterrenrestaurant.
De Dordogne staat voor gastronomie
Men zegt dat de grootmoeders hier met driemaal niets iets lekker kunnen klaarmaken: Confit de canard, truffel en foie gras. Dit behoort trouwens tot de dagelijkse keuken.
Men gebruikt hier ook nooit boter! Alle gerechten worden klaargemaakt met eenden- of ganzenvet, zonder echter aan kilo’s te winnen! Het is even wennen maar o zo lekker en goed voor de lijn. Je proeft trouwens het verschil praktisch niet.
Bekendste streekgerechten:
De truffels
Van de 30 truffelsoorten is de “Périgordtruffel” de bekendste en lekkerste. Vroeger was het een nevenactiviteit doch nu kan je het vergelijken met goud zoeken. Momenteel komt 80% van de truffelproductie uit de Provence. Maar met de nieuwe aanplantingen van 100 ha truffelvelden per jaar, in de Dordogne, stijgt de productie weer.
*Wat is een truffel?
Het is een ondergrondse paddenstoel (vgl. de bovengrondse rode vliegenzwam) die zich met zijn zwamvlok vasthecht aan de voet van eiken, hazelaars en linden. Ze leven in symbiose: ze profiteren beide van elkaars aanwezigheid (in tegenstelling tot een parasiet bv maretak).
De truffel voorziet de boom van minerale zouten en de boom voorziet de truffel van suikers; zo genieten ze beide van elkaars aanwezigheid.
*Truffeljacht.
Truffels ontwikkelen zich in het voorjaar, krijgen hun volle smaak gedurende de zomer en zijn rijp in de herfst. Tussen november en februari worden ze “geoogst” door een caveur: een zeug of hond die afgericht is om de plaats aan te duiden waar zich een truffel bevindt.
De gemiddelde prijs verschilt sterk van truffel tot truffel (afkomst, witte, zwarte, Chinese,enz) maar ligt rond de €1000 per kilo. De duurste is de witte truffel met een prijs rond de €6500. De prijs wordt vaak weergegeven per gram.
*Tijdens het verwerken van truffels in gerechten krijgen deze de subtiele truffelsmaak en –geur.
Rocamadourkaasjes
We bezoeken uiteraard ook het imposante bedevaartsoord Rocamadour. Aldaar zijn in de omgeving een 200tal geitenfokkers die de geitenmelk gebruiken om ronde 1,5 cm dikke geitenkaasjes met een doorsnede van 6 cm te maken; de cabécous. Aan het einde van de 15e eeuw werden deze zelfs gebruikt als betaalmiddel.
Walnoten
De Dordogne is de 2de walnoten producent van Frankrijk, na Isère. Bijna 70% wordt uitgevoerd. De rest wordt plaatselijk ambachtelijk gebruikt voor walnotenolie, de befaamde walnotentaart en een populair digestief : de walnotenwijn. Ook in lekkere salades worden ze mee verwerkt.
Foie gras
Een Egyptische fresco van 2670 v.Chr. toonde reeds het vetmesten van ganzen. Deze fokmethode werd vervolgens overgenomen door de Romeinen. Ook Lodewijk de XIV at reeds foie gras en tijdens Lodewijk XVI verscheen het algemeen verspreid op de tafel bij de aristocratie.
Het is de Joodse gemeenschap uit de Elzas, die deze methode ook gebruikte als bewaarmiddel. Tijdens WWII vluchtten vele Joden uit deze regio richting de Périgord en verplaatste zodoende deze techniek en productie. Momenteel wordt wereldwijd 28 000 ton foie gras geproduceerd, waarvan 75% uit Frankrijk komt. De foie gras blijft een regionale specialiteit .De pluimveebedrijven houden steeds meer eenden dan ganzen omdat eenden meer opbrengen.
Foie gras kan koud gegeten worden (ong 50 gr pp) vergezeld met een glaasje zoete Monbazillac; onbetwist de wijn van de Dordogne sinds de 14e eeuw. Een rijke, krachtige Pécharmant uit de omgeving van Bergerac smaakt er ook heerlijk bij.
Techniek
Zodra de eenden en ganzen dons hebben gaan ze de wei in. Ze zijn dan een maand oud. Vooreerst worden ze gevoed met granen en luzern. Na 3 maanden in de wei worden ze 15 tot 18 dagen in individuele kooien gezet en vetgemest. Vooreerst wordt maisgries in hun slokdarm gespoten, later worden ze met hele maiskorrels gevoed.
Na het vetmesten is de lever 3 tot 4 keer zo groot. Het ideale gewicht van een eendenlever bedraagt rond de 450 gr en dat van een ganzenlever rond de 850 gr.
De ganzenlever omvat amper 4% van de totale markt en is bij de fijnproevers de favoriet.
Omstreden techniek?
Er zijn zowel liefhebbers van deze delicatesse als tegenstanders. Deze laatsten verwijzen dan naar het ophokken, de stress, de zwelling van de lever,…..
Feit is dat het “vetmesten” tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met de natuurlijke versterking van trekvogels, alvorens ze hun reis van soms 10000 km aanvangen. Denken we maar aan de Canadese gans of sommige zwaluwen uit Zuid-Afrika.
We mogen ook niet vergeten dat van de gans of de eend alles wordt gebruikt: eenden- en ganzenvet om te bakken, confit (poten en borst), maagjes, onze donsdekens en donskussens, ……
De Dordogne en de prehistorie
De eerste mensen
De voorouders van de moderne mens leefden ongeveer 7 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika in het Grote Merengebied.
De Homo Habilis was de eerste mens die een stenen gereedschap gebruikte en daarmee het eerste tijdperk inluidde nl. het Paleolithicum (Paleos =oeroud; lithos = steen); het stenentijdperk.
Homo sapiens
De homo sapiens verscheen ongeveer 200.000 jaar geleden in Noord- en Oost-Afrika en in het Midden Oosten.
De continenten hingen oorspronkelijk aan elkaar via landbruggen rondom één zee, de Thetisch zee; te vergelijken nu met de Middellandse Zee. Via deze landbruggen verspreidden deze mensen zich over gans de wereld, ook naar Europa en meer bepaald de Périgord. In 1856 ontdekte Joachim Neander in het dal van de rivier de Düssel (Düsseldorf) de overblijfselen van deze mensensoort.
In de vallei van de rivier de Vézère (Périgord) vond men de skeletresten van de Cro-Magnonmens.
Deze Europese Cro-Magnon mens, de moderne mens, leefde 40.000 jaar geleden een tijdlang samen met de Neanderthaler.
De Neanderthaler is een 30.000 jaar geleden uitgestorven , wellicht als gevolg van het klimaat en verminderde vruchtbaarheid.
De neanderthaler deed qua intelligentie niet onder voor ons, doch was robuuster gebouwd, liep ook op 2 benen, was ong. 1,60 m lang. Zijn uiterlijke kenmerken waren het gevolg van de zware omstandigheden waarin hij leefde o.a. de ijstijden.
De Cro-magnon mens was veel ranker gebouwd en ook langer, 1,80m.
Waarom de Périgord?
Zeker niet vanwege het gunstige klimaat! De ganse regio bestaat echter uit kalkrotsen, een poreus gesteente. Door de inwerking van insijpelend water en het uitzetten door bevriezing ontstonden er grotten.
In deze grotten en overhangende rotsen vonden onze voorouders ’s nachts en bij slecht weer een schuilplaats en konden ze zich verwarmen. De mensen leefden niet in de grotten, te vochtig en te donker, maar wel bij de ingang van de grotten. Van hieruit plukten zij bessen en vruchten en jaagden ze in groep op herkauwers en wilde dieren. Deze zorgden voor het voedsel en hun kledij.
Lascaux, de Sixtijnse kapel van de prehistorie
Toevallige ontdekking.
September 1940, een zeer zwaar onweer, enkele bomen worden ontworteld. In dit hondenweer wandelen vier tieners met een hond in de vallei van de Vézère. Plots horen ze hun hond blaffen en vinden hem voor een diep, zwart gapend gat. Ze laten enkele steentjes vallen en stellen vast dat deze pas na een lange tijd de bodem raken. Ze besluiten uitgerust met touw en licht terug te komen. De dag daarna dalen ze af in de opening en komen terecht in het belangrijkste deel van de grot, de zaal van de stieren.
Met hun olielamp bewonderden ze wanden en het plafond en vonden opnieuw een opening. Ze beseffen dat dit een uitzonderlijke vondst is en zweren dit geheim te houden. Bij hun tweede bezoek ontdekten ze een tweede niveau van de grot.
Enkele dagen later besluiten ze het advies van hun schoolmeester in te winnen. Na zijn bezoek was deze onmiddellijk overtuigd van het belang van deze vondst en nam contact op met prehistoricus Abbe Breuil. Hij bevestigde de authenticiteit van de schilderingen. De ontdekking was sensationeel en het nieuws verspreidde zich over gans de wereld!
De grot
De grot is maar 250m lang, doch diverse ruimten. De wanden zijn met meer dan 1500 afbeeldingen bedekt en zijn uitzonderlijk goed bewaard, ondanks dat ze ong. 17.000 jaar geschilderd zijn.
De afgebeelde dieren zijn ook herkenbaar. Zo zijn er paarden, oerossen, bizons, herten, vogel, neushoorn en zelfs de mens afgebeeld.
Bezoek Lascaux 4
Uiteraard is er een bezoek voorzien van deze prachtige grot.
Lascaux 1 is de originele grot; die in 1963 gesloten werd voor het publiek.
Lascaux 2 was een exacte replica grot voor de bezoekers waar een 14 jaar werd aan gewerkt. Het belangrijkste deel werd tot op de millemeter nagebouwd; alsook werden de verftechnieken uit die periode gebruikt.
Ook deze is sinds enkele jaren gesloten en alleen toegankelijk voor speciale groepen en professionals.
Lascaux 3 is een rondreizende expositie die in 2012 te Bordeaux werd gelanceerd en sindsdien de wereld rondreist.
Lascaux 4 is geopend sinds december 2016. Het is een exacte, complete replica van de volledige, oorspronkelijke grot. We bezoeken dit spectaculair ondergronds museum en belevingscentrum met een gids. Om de grot te bezoeken met max een groep van 30 personen nemen we een lift; na de grot zijn er nog zalen met meer details van de grotschilderingen en een 3D cinema.
Waarom werden Lascaux 1 en 2 gesloten?
Lascaux werd in 1949 geopend, maar kon reeds snel de toestroom van bezoekers niet meer aan. Adem, vocht en kiemen op de schoenzolen van de bezoekers veroorzaakten enerzijds de “groene ziekte”, waardoor zich mossen en algen op de wanden vormden en anderzijds de “witte ziekte”, die de afbeeldingen onder een laag calciet of calciumcarbonaat bedekte. Ook Lascaux 2 werd om dezelfde redenen gesloten.
La Roque Saint-Christophe
Het bezoek aan deze 100 meter hoog gelegen rotswand is echt indrukwekkend. Deze 1 km. uitgeschuurde wand door de rivier de Vézère, vormt de grootste verzameling historische holwoningen van Europa, bewoond tot zelfs op 5 terrashoogten.
De klif werd bewoond vanaf 55.000 jaar v.C. tot 1588, wanneer de Franse koning Hendrik III de uitzetting en vernietiging ervan beval.
Het doel van deze vestiging was beveiliging tegen vijanden, Vikings en weersomstandigheden.
Alles van een klein dorp was aanwezig : een stal, een slachtruimte, een droogkamer, een kerk, een smidse, een steengroeve, hijstoestellen, enz., tot zelfs een kluis.
De Dordogne, kalksteen en de kracht van water
Naast het bezoek aan deze klif, bezoeken we ook Maison Forte de Reignac, een indrukwekkend kasteel gebouwd tegen de rotswand en een horizontale grot.
Een verticale grot mag uiteraard niet ontbreken. Hiervoor bezoeken we Gouffre de Padirac. Na de grot van Yucatan is dit de langste grot ter wereld met een gangenstelsel van meer dan 40 km.
Het eerste zicht in deze druipsteengrot is echt indrukwekkend; een duizelingwekkend diep gat van 30 m. breed en 100 m. diep. Via een viertal liften en een enkele trap, dalen we af en wandelen we een 100 m tot aan de ondergrondse rivier.
Daar maken we, in platte bootjes met een gondelier, een sprookjesachtige boottocht van 500m over de “gladde rivier”, waarvan het water ongelooflijk helder is. De temperatuur in de grot is constant 13° C.
Vervolgens maken we nog een indrukwekkende wandeling langsheen o.a. het Lac de la Pluie , le Grand Pilier (een zuil van 40 m. hoogte), le Lac supérieur (een groensmaragd meer).
Sarlat-la-Canéda, de parel van de Périgord
Na de prehistorie belanden we nu in de Middeleeuwen. Deze prachtige stad vindt zijn oorsprong in de 9de eeuw rond een benedictijnenabdij.
Het oorspronkelijke dorpje kent zijn bloeiperiode tussen de 12e en 14e eeuw, tijdens de welke zij ook de stadsrechten verkreeg. De meest prachtige huizen werden gebouwd in de 15e en 16e eeuw en worden heden ten dage nog steeds bewoond. Van deze periodes zijn nog delen van de oude stadswallen te zien. De stadswandeling starten we aan de Rue de la République, een 12m. brede straat (1837), deel van de grote weg van Parijs naar Toulouse, deelt de stad in 2 helften. Het middeleeuws gedeelte met mooie gebouwen, behorend aan de begoede burgerij en de adel en het andere armere gedeelte.
Onderweg ontmoeten we meerdere “hotels” zoals het hotel Plamon, Vassal en Vienne. Dit zijn statige woningen of herenhuizen en hebben niet met het gekende begrip hotel te maken. Na de rondleiding is er vrije tijd om te kuieren langsheen de vele winkels die Sarlat rijk is of te genieten van een gezellig terrasje.
KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE OVER DE REIS NAAR DE DORDOGNE