Toen men mij de eerste keer sprak over Vorarlberg, had ik totaal geen idee, waar ik dat ergens zou kunnen aanwijzen op de kaart.

Ik kende wel Tirol, Karinthië, Salzkammergut, maar Vorarlberg?

Doordat Fons, reisleider en prominent Vorarlberg kenner, plots door zware ziekte wegviel nam ik de uitdaging aan om deze, voor mij onbekende streek ook eens te doorkruisen.

Doorkruisen, hier niet in de letterlijke zin van het woord, want tussen het aanvaarden en vertrek had ik maar enkele dagen.

Vorarlberg is de meest westelijke deelstaat in Oostenrijk, grenzend aan de Rijn en Bodensee, met sneeuwrijke en hoge Alpen. Dat maakt dat deze streek een uitstekende bestemming is voor een gevarieerde maar typisch Oostenrijkse vakantie. Bovendien zijn uitstapjes naar Zwitserland, Duitsland en Liechtenstein zo gemaakt. Doordat het ook minder toeristisch is, is het voor velen een goed alternatief voor het aangrenzend drukke Tirol.

Vorarlberg heeft ongeveer 380.000 inwoners. Hierdoor is het na Burgenland in het zuidoosten de minst bevolkte deelstaat. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 2600 km2. Het grenst dus tegen Duitsland, Zwitserland en Liechtenstein. In het oosten tegen Tirol.

Het wapenschild van Voralberg komt van de graven van Montfort.

Het bestaat uit een zilveren schild met daarop een rode gonfalon, Ofwel een banier zoals die nog in steden en dorpen in Italië gebruikt wordt. De ringen van de gonfalon kunnen aan de haken van een christelijk kruis bevestigd worden.

Deze adellijke familie bezat in de middeleeuwen veel van de kleine heerlijkheden die uiteindelijk Vorarlberg zou vormen. Allemaal kleine onafhankelijke gebieden. Vanaf de 15de eeuw kwamen ze echter stuk voor stuk in handen van de Habsburgers, de machtige heersers van het aartsbisdom Oostenrijk. Vorarlberg vormde samen met het aangrenzende Tirol een brug om hun Duitse bezittingen met Oostenrijk te verbinden.

Na de oorlogen met Napoleon verloren de Habsburgers hun bezittingen in Duitsland  en werd Vorarlberg bij Tirol gevoegd. De inwoners vonden dat maar niks omdat er cultureel geen overeenkomsten waren.

Bij het uiteenvallen van het Habsburgse Rijk in 1918 koos Vorarlberg tijdens een volksraadpleging dan ook voor aansluiting bij Zwitserland. Doordat de Franse en Italiaanse kantons van Zwitserland tegen waren, ging dit niet door. Het bleef bij Oostenrijk, maar het werd wel een van Tirol onafhankelijke deelstaat binnen de nieuwe Republiek.

Doordat Vorarlberg aan de Bodensee ligt kent het een relatief mild klimaat.

In de winter is het een waar wintersportparadijs. Door de westenwinden en de ligging aan de Bodensee is het de sneeuwrijkste deelstaat van Oostenrijk. Alle wintersporten behoren er tot de mogelijkheden. De grootste wintersportgebieden liggen in het Arlberggebied op de grens met Tirol. Lech en Zurs zijn de bekendste gebieden aan Vorarlbergse kant, terwijl St Anton de grootste aan Tiroolse kant is.

Een ander familievriendelijk skigebied is het Brandnertal ten zuiden van Bludenz. En zeker de moeite waard is de Montafon, het dal naar de Silvretta dat in totaal honderden kilometers aan pistes kent.

Dit laatste, de Montafon is ook het doel van onze reis.

In Vorarlberg hebben we het brede dal van de Rijn, die bij Bregenz uitmondt in de Bodensee. Dit laag gelegen gebied waar je bijna alle grote plaatsen vind. Van hieruit kan je ook gemakkelijk de grens over naar de drie aangrenzende landen.

In het noorden hebben we het Bregenzerwald. Dat is een bergachtig gebied dat overgaat in de in Duitsland gelegen Allgäu. Daar waar het Grosse Walsertal en Kleinwalsertal liggen. Beiden bieden een prachtig landschap met grillige bergen, kleine dorpen, weilanden en verspreid staande boerderijen en kapellen. Deze valleien werden in het verre verleden opengesteld voor inwoners van het Zwitserse Wallis. Opmerkelijk is wel dat Kleinwalsertal enkel vanuit het Duitse Oberstdorf te bereiken is.

In het midden hebben we de Lechtaler Alpen en de nog iets hogere Verwallgroep die het landschap bepalen. Deze ketens liggen respectievelijk ten noorden en ten zuiden van de 1.793 meter hoge Arlbergpas, die Vorarlberg met Tirol verbindt.

Arlberg, waar de deelstaat zijn naam aan ontleend, is overigens de naam van de historische streek rond de bergpas en niet zoals veel toeristen aannemen, de naam van een specifieke berg.

In het uiterste zuiden vinden we de Rätikonen en de Silvretta. In de Rätikon is de 2.645 m hoge Zimba de populairste berg doordat hij goed te beklimmen is en lijkt op de Matterhorn. De bergen van de Silvretta zijn nog veel indrukwekkender. Hier vind je talloze pieken boven de 3.000m, grote gletsjers en kale rotsen waar het te koud is voor begroeiing. De hoogste piek die hier nog in Oostenrijk ligt is de 3.312m hoge Piz Buin.

Om de Silvretta te bereiken kan je de toeristische Silvretta-Hochalpenstrasse volgen, een mooie toeristische route. Enkel in de zomer geopend en 15€ tol.

Vorarlberg kent 4 steden en bestaat voor de rest uit kleinere dorpen. Ze liggen bijna allen in het dal van de Rijn en in de Walgau, de brede vallei van de rivier de Ill.

Vooreerst hebben we Bregenz, aan de Bodensee, hoofdstad van Vorarlberg, met ongeveer 29.000 inwoners. In het centrum en de oude stad vind je een aantal mooie historische gebouwen. De Pfänder, een 1.062 m hoge berg net buiten de stad, kan je bereiken met de kabelbaan. Van boven heb je een fenomenaal uitzicht over de stad en de Bodensee.

Aan de Bodensee heeft het een belangrijke Oostenrijkse haven. Ook is er een belangrijk spoorweg knooppunt.

Hier is op cultureel gebied heel wat te beleven. Aan de oevers van de Bodensee zijn er jaarlijks de  Bregenzer Festspiele met toneel, muziek en andere opvoeringen. Minder bekend dan de Salzburger Festspiele, maar wel spectaculairder door zijn drijvend verankerd podium in het water. Deze spelen ontstonden onmiddellijk na WO II in 1946.

Van hieruit vertrekt ook de Käsestrasse Bregenzerwald, een toeristische route die je in staat stelt om de vaak eeuwenoude kaaskelders te bezoeken. Proeven hoort daar natuurlijk ook bij.

De Bregenzerwald Käsestrasse is een vereniging van boeren, herbergiers ambachtslui en industriële bedrijven. Kaas is daar altijd het basisproduct in de volste zin van het woord geweest. Het handelsmonopolie van de kaas was in de 19de eeuw in handen van de beruchte kaasgraven. De beroemdste hiervan was Gallus Moosbrugger uit Schnepfau. Die transporteerde de kaas met ezels  en verkocht ze in alle streken van de Donau monarchie tot Milaan. De boeren werden onder druk gezet om goedkoop te verkopen.

Deze macht werd  later gebroken door de huidige vereniging.

Niet ver van Bregenz hebben we Dornbirn, met 47.000 inwoners de grootste plaats van Vorarlberg. Toeristisch minder interessant, doordat Dornbirn pas in de 19de eeuw met de textielindustrie een plaats van enig belang werd.  Wel leuk is het grootste Rolls-Royce museum met ongeveer 50 historische wagens. Het ontstond in 1982 op initiatief van Franz Vonier, een landbouwerszoon uit de Montafon, met een bijzondere voorliefde voor dit merk. Door een reeks toevalligheden slaagde hij erin een indrukwekkende collectie uit te bouwen. Oorspronkelijk was het een privé collectie doch wegens noodzakelijke uitbreiding in 1999 opende het vernieuwd museum zijn deuren in een voormalige spinnerij. Er zijn 3 verdiepingen.

Vooral de eerste verdieping is interessant met 20 van de beroemdste RR die bewaard gebleven zijn, waaronder deze van de Queen Mum, Aga Khan en King George V.

Dit is net buiten de stad, in een voormalige textielfabriek, aan de voet van de Rappenlochschlucht, een diepe kloof voor een leuke wandeltocht.

De stad haalde in 1995 de internationale pers door het viersterren Martinspark hotel, als eerste designhotel van Oostenrijk.

Feldkirch met 32.000 inwoners is eigenlijk de mooiste stad van de deelstaat. Ontelbare steegjes, vakwerkhuizen en gaanderijen dragen in ruime mate bij tot het romantische uitzicht van het oude centrum. De compacte binnenstad staat vooral bekend om de uit de middeleeuwen bewaard gebleven architectuur. Zo vind je er schilderachtige woonhuizen maar tevens later in barokke stijl omgebouwde onderkomens zoals het Palais Liechtenstein. Het heeft een goed bewaard middeleeuws centrum met stadspoorten, oude torens en een aangenaam marktplein. Eén der torens, de rond 1500 gebouwde Katzenturm, is juist interessant omdat hier de grootste en zwaarste klok van Vorarlberg hangt

Bludenz heeft ongeveer 14.000 inwoners.

De oude hoofdstraat met schilderachtige hoekjes is de Werdenbergergasse. Omgeven met booggalerijen die het voetgangersdomein vormen, uit de as gerezen na een felle stadsbrand in 1682. De arcaden in de straten en het plein dateren nog van de 14de eeuw. Net als de Obertor, een overblijfsel van de middeleeuwse verdedigingswerken.

De St Laurentiuskerk werd herbouwd in Gotische stijl in 1514. De blikvanger, de 50 hoge toren was pas af in 1670. Deze valt op door zijn achthoekige vorm en de ajuinvormige spits met op de hoeken de 4 evangelisten.

De locatie is echter uitstekend, gezien daar vijf toeristische dalen bij elkaar komen, namelijk de Walgau richting de Rijn, het Klosterdal richting de Arlberg, de Montafon richting de Silvretta, Walsertal en het Brandnertal  met de unieke Lunersee.

Lunersee in Brandnertal.

Het is het enige stadje in Oostenrijk dat kan zeggen dat het purpere koeien heeft.

De grootste industrie daar ruik je door het ganse stadje, namelijk de chocoladefabriek van Milka. Jaarlijks vind daar in de zomer het chocoladefestival plaats waarop 1000 kg chocolade te winnen is. Het winnend kind krijgt dan zijn gewicht in chocolade.

De Zwitserse chocolatier Philippe Suchard vestigde hier in 1888 een cacaofabriek die wereldfaam geniet als Milka.

Ook hebben we er de grote brouwerij Fohrenburger, bier met een grote bekendheid in dit deel van Oostenrijk.

Voorbij Bludenz, richting Innsbruck, begint het Montafonertal.

Dit is de zuidelijkste Alpenvallei in Vorarlberg. In de winter zijn hier 250 km aan skipistes. In de zomer neem je de kabelbanen omhoog voor mooie wandelingen en klautertochten.

De tien dorpjes van dit dal tellen samen ongeveer 15.000 inwoners en verdienen zeker een bezoek.

De Montafon is 39 km lang en strekt zich uit van Sankt Anton tot aan Partenen, waar de Silvretta- Hochalpenstrasse begin. In het begin  is de vallei 600 m hoog, terwijl Partenen op 1.050m ligt.

De Montafon is omgeven door hoge bergen. Eerst de Verwallgroep ten noordoosten van de vallei. In het zuiden de Rätikon en de Silvretta, 2 gebergtes die doorlopen in Zwitserland met dus talloze pieken boven de 3.000m. Daarboven zijn ook prachtige gletsjers.

De belangrijkste rivier is de Ill. Deze begint in de Silvretta en mondt uit in de Rijn, in de buurt van Feldkirch. Kenmerkend in de deze streek zijn de Illwerke, een in de 20ste eeuw aangelegd netwerk van stuwmeren, pijpleidingen en waterkrachtcentrales. De kabelbanen die aanvankelijk werden aangelegd voor deze werken, zijn nu geopend voor de toeristen, terwijl de stuwmeren  belangrijke toeristische attracties geworden zijn.

De Montafon werd voor het eerst vermeld tijdens de late middeleeuwen.

Retro-romaans sprekende boeren uit Graubünden gebruikten de vallei toen om hun vee te laten grazen. Vele namen komen voort uit die periode. Rond 1300 kreeg het Duits de overhand. Dit kwam vooral doordat boeren uit het Zwitserse Wallis zich in de vallei kwamen vestigen. Behalve met de veehouderij en de productie van de kaas, hielden ze zich ook bezig met mijnbouw.

Hoewel Vorarlberg en de Montafon tot op de dag vandaag Oostenrijks zijn, kun je door de afwijkende dialecten en culturele gewoonten de vroegere Zwitserse invloeden nog altijd herkennen.

De 20ste eeuw bracht grote veranderingen.

Waar de Montafon eeuwenlang een agrarische samenleving was geweest, zorgden de aanleg van de stuwmeren van de Vorarlberger Illwerke en de opkomst van het toerisme voor werkgelegenheid. Het agrarische landschap is gebleven en de koeien zorgen ervoor dat het nog een populaire vakantiebestemming is.

De tien dorpjes waarvan sprake.

Sankt Anton (im Montafon), niet te verwarren met Sant Anton am Arlberg, is het eerste dorpje dat je tegenkomt wanneer je van Bludenz de Montafon binnenrijdt. Met ongeveer 700 inwoners ook een der kleinere. Er zijn geen bijzondere attracties, maar is toch een aangenaam dorpje door zijn vlakke ligging in de vallei , de verspreid staande  Alpenhuizen, typisch voor deze streek en een barokke kerk uit de 17de eeuw.

Vandans ,aan het begin van de Golmerbahn. Dat is ook onze uitvalsbasis, vanuit hotel Brunella.

Rijden we van Sankt Anton verder, dan steken we de Ill over en bereiken Vandans.

3 maal meer inwoners en een historische kerk. Hier hebben we dan wel enkele attracties.

Zo zijn er de Rodundwerken I en II van de Vorarlberger Illwerke en begint ook de Golmerbahn. Dit is een kabelbaan in het recreatiegebied Golm, waar je ook een rodelbaan, een tokkelbaan en tientallen wandelroutes vindt.

Golm is het skigebied ten zuiden van Tschagguns en Vandans. Je vind hier 43 km aan skipistes.

Op onze reis gebruiken we ook de Golmbaan , om de eerste morgen te gaan ontbijten op een hoogte van 2000 meter in een berghut.

Bartholomäberg, het zonnige balkon van de Montafon.

Dit is een heel ander type dorp. Het bestaat uit veel verspreid staande boerderijen en huizen. De laagste liggen op 600 meter, de hoogste op 1300 meter. Afgezien van de kerk is er geen echt centrum. Doordat het op de zuidelijke berghelling ligt , is dit het zonnigste dorp van de Montafon en tevens het oudste.

Tschagguns, voor de actieve vakantie.

Dit is het volgende grote dorp. Net als Vandans heb je hier toegang tot de Golmerbahn. Vanuit het dorp starten mooie wandelingen de bergen in. Je vind er ook het Aktivpark Montafon, met zwembaden, voetbalvelden, tennisbanen en nog veel meer. Langs de rivier zijn er twee golfbanen. Jaarlijks verwelkomen ze hier ongeveer 150.000 bezoekers.

Schruns, vaak de hoofdstad van de Montafon genoemd.

Het is het grootste en meest centrale dorp van de Montafon, maar telt slechts  een 3.700 inwoners

Hier komen de rivieren Ill en Litz samen.

Het is ook het eindstation van de Montafonerbahn, een korte spoorlijn vanaf Bludenz.

Deze spoorlijn is 12,717 km lang. Het is een  geëlektrificeerd enkelspoor dat in gebruik genomen is op 18 december 1905. Deze relatief korte spoorlijn kent echter 36 spoorovergangen.

In het centrum vind je de mooie parochiekerk van St Jodok en het Montafoner Heimatmuseum, waar je meer over de geschiedenis van de vallei kan leren.

Het  huidige neoromaanse kerkgebouw stamt uit het einde van de 19e eeuw.  De mooie barokke toren is nog een deel  van de vorige kerk, die gebouwd werd op de plaats van een vroegere kapel. De legende wil dat een soldaat schoot naar een mus op het dak van de kapel. Het kurkdroge dak vatte vuur en de kapel brandde af. Op die plaats werd de eerste kerk gebouwd.

Er zijn aan de oever van de Litz charmante oude houten huizen en typische stenen huizen uit de Montafon.

De Litzpromenade die Schruns verbindt met Tschagguns, is een andere leuke bezienswaardigheid. Dit is een bebloemde promenade, 1,3 km lang tot Tschagguns langs de ruisende rivier de Litz. Je kan hier mooi te voet terug naar Vandans wandelen, afstand 5 km. Je kan er ook de kabelbaan nemen naar de 2.250 m hoge Hochjoch, één der belangrijkste bergen in de regio met bovenaan talloze wandelroutes met geweldig uitzicht.

Silbertal, met een verleden van de mijnbouw.

Volgen we de rivier Litz vanuit Schruns stroomopwaarts, dan komen we uit in Silbertal. Dit is een dorp in een zijdal van de Montafon, dat historisch bekend stond om de mijnbouw, de zilvermijnen. Tegenwoordig is het een dorp met een eigen kleine kabelbaan, de Kristbergbahn die je naar 1.430 m hoogte brengt. Boven is het uitzicht fantastisch.

Je kan er het mooie Silberpfad volgen, een wandeling van 3 km en een bezoek brengen aan de Bergknappenkapelle, opgericht ter ere voor de overlevenden van een mijnramp.

Op aanvraag krijg je daar een voorstelling over het vroegere mijnleven door Adolf Zudrell, der Flötenspieler vom Kristberghof, in de typische Bergknappentracht.

Sankt Gallenkirch, centrum van de Silvretta Montafon.

Dit is weer één der grotere dorpen. Het staat vooral bekend  doordat het twee delen van het skigebied Silvretta Montafon met elkaar verbindt.

Dit skigebied heeft 155 km aan pistes en is hiermee zelfs het grootste van Oostenrijk.

In de zomer is het enkel mogelijk de kabelbaan naar de bergen ten zuiden van het dorp te nemen. Vanaf het bergstation kun je dan prachtige wandelingen maken. Het dorp kent ook twee barokke kerken.

Gargellen, een hoog dorp in een zijdal van de Montafon.

Net als Silbertal ligt Gargellen in een zijdal .

Het slechts enkele honderden inwoners tellende dorp, ligt op 1.423 meter en is daardoor het hoogst gelegen dorp. Het beschikt over een eigen kabelbaan die je direct tussen de hoge en grillige bergpieken brengt. Dit maakt het ideaal voor spectaculaire wandelingen. Gargellen ligt tevens dichtbij de Zwitserse grens en staat bekend om de smokkelaars die hier in vroegere eeuwen actief waren.

Ook de 45 km aan skipistes , meestal blauwe en rode zijn, net als Kristberg, een uitstekende keuze voor families.

Gaschurn, ideaal om te mountainbiken.

Enkele kilometer dieper in de Montafon vind je Gaschurn. Dit is een schilderachtig dorp waar het Tourismusmuseum staat. Dat richt zich op het toerisme dat al sinds de 19de eeuw een rol speelt in dit deel van Oostenrijk. De Versettla Bahn  die je naar meer dan 2000 meter brengt, biedt uitkomst voor fanatieke wandelaars. Nog intensiever zijn de tientallen kilometers aan gemarkeerde mountainbikeroutes in de omgeving.

Partenen, het laatste dorp van de Montafon.

Hoewel Partenen een kleiner dorp is, valt er veel te doen. Zo tref je hier enkele waterkrachtcentrales van de Voralberger Illwerke aan en zijn er maar liefst 2 kabelbanen. In plaats van de kabelbaan kun je ook de Europatreppe 4000 nemen, een lange trap die inderdaad bijna 4.000 treden telt en gebouwd is in 1928, als diensttraject bij de bouw van de grote stuwmeren. Het stijgingspercentage is 86%. Deze trap wordt ook wel het grootse fitnesstoestel  van Europa genoemd. Professionele en amateursporters komen zich hier oefenen. Het huidige record staat momenteel op 21 minuten, een ongelooflijke prestatie.

Ook begint even voorbij het dorp de Silvretta Hochalpenstrasse, één der mooiste autoroutes van Oostenrijk. Deze tolweg  begint op 1.051 m en stijgt tot 2.032m. Het traject is 22,3 km lang, omvat 32 haarspeldbochten en stijgt maximaal 12%. Deze route werd aangelegd in de jaren 50 nadat reeds in de jaren 20 bij de bouw van de stuwmuur van Vermunt een bestaande karrenweg werd verbreed. De werken waren voltooid in 1954. Werd later uitgebreid tot een tweevaksweg, een noodzaak voor de verdere uitbouw van de elektrische krachtcentrale.

Natuurlijk is Vorarlberg meer dan dit. Doch heden heb ik me beperkt tot Montafon de bestemming van onze reis.

Voor velen waarschijnlijk onbekend maar na een kennismaking zeker niet onbemind.

 

KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE OVER DE REIS VORARLBERG