Een bezoek aan Wenen is niet compleet zonder even te relaxen in één van de vele koffiehuizen die Wenen rijk is. De stad telt meer dan honderd koffiehuizen.

Veel van de koffiehuizen in het centrum van Wenen zijn gericht op de toeristen maar in de straatjes weg van de hoofdstraten en weg van de drukte kom je absoluut een echt authentiek koffiehuis tegen, vaak met de naam” Kaffeehaus.”. Een “Café-Konditorei,” of een” Espresso-bar” is per definitie geen “Kaffeehaus” net zomin als dat de Weense vestigingen van Starbucks zichzelf kunnen vergelijken met de kwaliteit en de charme van een Kaffeehaus.

De Weense Koffiehuis cultuur is een belangrijk onderdeel van de Weense traditie, die sinds 2011 deel uitmaakt van het Immateriële Cultureel Erfgoed van UNESCO. Weense cafés hebben een specifieke sfeer die je nergens anders ter wereld zal terugvinden. Wie de drempel van een Weens koffiehuis passeert, stapt eigenlijk even de vorige eeuw binnen. Tot het vaste interieur behoren de marmeren tafels, zwarte stoelen met soms een beetje gevlochten riet en banken met rode pluche. Aan het plafond hangen een aantal kristallen kroonluchters, al zijn de kaarsen van vroeger meestal vervangen door een imitatie, die alleen maar op elektriciteit begint te gloeien.

 

Stoel nr. 14

 

De meeste zijn onder andere bemeubeld met de beroemde stoel nr. 14 van de Thonet-fabriek en de typische salontafels met marmeren tafelbladen.

De koffiehuizen zijn zeer elegant ingericht, ze bieden een grote verscheidenheid aan koffies, typisch Weense gebak en internationale kranten. In tegenstelling tot een gewoon café is het heel gebruikelijk dat een gast die net een kopje koffie had besteld uren aan zijn tafel zit en uitgebreid de bestaande kranten bestudeert. Heel belangrijk zijn de kranten. Heel vroeger lagen ze ook al in de koffiehuizen. Dat was in een tijd, dat de kranten erg duur waren en ze vooral in het café werden gelezen. De oudste krant was de ‘Wiener Diarium Zeitung’, die voor het eerst in 1703 verscheen.  Elke krant in een koffiehuis is tussen twee latjes geklemd. Per ongeluk zo’n krant meenemen is er dus niet bij. Behalve de meeste Oostenrijkse, kun je hier ook meestal enkele buitenlandse kranten lezen.

En, een misschien wat gekke tip, maar vergeet vooral niet de toiletten in koffiehuizen te bezoeken. Waarom? Het zijn vaak al kunststukjes op zich.

 

Tijd verloopt hier anders. De beroemde Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig schreef over Weense koffiehuizen als “een soort democratische club, die voor iedereen openstaat voor de prijs van een goedkoop kopje koffie, waar elke gast met dit kleine offertje urenlang kan zitten, praten, schrijven, schaken, kaarten spelen, biljarten, post ontvangen, telefoneren en vooral een onbeperkt aantal kranten en tijdschriften consumeren”. Veel literaire werken werden geheel of gedeeltelijk in deze koffiehuizen geschreven, wat leidde tot de ontwikkeling van specifieke koffiehuisliteratuur (Kaffeehausliteratur), typisch voor Wenen in de tijd van het fin de siècle (eind van de 19de eeuw).

Koffiehuis Löwsches in 1842

 

Dit tijdperk, eind 19de eeuw, was de gouden eeuw voorde Weense koffiehuizen; er waren er toen ongeveer zeshonderd in de stad.

Na de Tweede Wereldoorlog moesten veel beroemde Weense koffiehuizen sluiten, als gevolg van de veranderende vrijetijdsgewoontes van de Weense bevolking.

De Weense fascinatie voor koffie kent een mooi verhaal en van een stukje storytelling hebben ze wel taart gegeten in Wenen.

De legende begint kort nadat het beleg van Wenen in 1683 door de Ottomanen succesvol werd afgeslagen. Tijdens hun haastige aftocht, lieten de Turken enkele zakken met kostbare koffiebonen achter. De Weners wisten er geen raad mee (Waren het kamelen uitwerpselen of -voer?) maar een officier van de Poolse Koning Jan III Sobieski wist het wel. Hij had gediend onder een Turks regime en herkende gelukkig de koffiebonen.

Deze man opende in 1683 niet veel later het eerste koffiehuis van Wenen.

Een mooi verhaal, maar het is en blijft een legende. Het eerste Weense koffiehuis dateert uit 1685 en werd opgericht door een Armeens/Griekse diplomaat/zakenman met de naam Johannes Theodat.

Hij opende het eerste Weense koffiehuis in zijn huis aan de Haarmarkt, nu Rotenturmstraße 14. In 2004 werd het Johannes-Diodato-park naar hem vernoemd in Wenen (stadsdeel Wieden)

De Habsburgers en de (gegoede) Weners waren verzot op koffie en in de 18de eeuw rezen koffiehuizen als paddenstoelen uit de grond. Grote cafés, zoals Café Sperl, Café Central, Café Landtmann en Café Griensteidl, openden in de tweede helft van de vorige eeuw en werden druk bezocht door artiesten, muzikanten, schrijvers, denkers en filosofen. In de jaren ’50 van deze eeuw was er een dipje in de koffiecultuurbeleving en gingen er verschillende failliet (‘Kaffeehäussterben’) maar daarna leefden de koffiehuizen terug op. Vandaag de dag is elke Wener verslaafd aan koffie en gebak en worden koffiehuizen druk bezocht: om van al die heerlijke koffie en zoete gebakjes te genieten natuurlijk, maar ook om bij te praten met vrienden of familie, om een gratis krant te lezen, om spelletjes te spelen en vooral om gewoon eens weg te zijn, te relaxen en te dagdromen. Elke Wener heeft wel een favoriet koffiehuis en kan er uren in doorbrengen: hij beschouwt het als het verlengde van zijn woonkamer.

Bezwaren tegen koffiehuizen waren dat ze soms ontmoetingsplaatsen voor politiek ontevredenen waren, en dat uit dergelijke discussies weleens de vonk van de revolutie kon ontstaan. Zo vormden ze ten tijde van de Verlichting in de 18de eeuw, samen met de clubs en de salons, vaak verzamelplaatsen voor filosofen, wetenschappers, hervormers en kunstenaars waar ze onbelemmerd hun, vaak voor die tijd gewaagde of zelf verboden ideeën bespraken.

Verschillende politieke bewegingen zijn inderdaad in de Weense koffiehuizen geboren. De communist Leo Trotski, Adolf Hitler (de grote man van het nazisme) en de vader van het zionisme, Theodor Hertzl, waren vaste koffiehuis bezoekers.

Café Central als ontmoetingsplaats voor dichters en denkers, rond 1900. (Archief Café Central)

 

Een wel apart fenomeen is ‘de’ Weense ober, of beter: Herr Ober. De Weense Ober is in alles anders dan onze Belgische of Vlaamse kelner. Hij is geen werkstudent die klanten bedient, maar een echte gastheer die bezoekers onder zijn (zelden haar) hoede heeft. Hij is altijd onberispelijk gekleed met pak en das (of strik), en hij dwingt ontzag af. Als je aan een van de tafeltjes in zijn territorium plaatsneemt, sta je min of meer onder zijn voogdij. Wee je gebeente als je een Herr Ober van buiten zijn territorium waagt aan te schieten of je verzoek om de rekening vaker dan één keer durft over te brengen. Hij heeft je echt wel gezien, je moet gewoon even wachten. En het ligt echt niet aan jou als ze je nauwelijks een blik waardig achten bij het brengen van je bestelling en je fooi zonder een bedankje aannemen.

Oberkelner Herbert Seidlberger (Cafe Landtmann en Cafe Mozart)

 

Wat kan je nu drinken en eten in een koffiehuis?

Tientallen soorten koffie en gebakjes natuurlijk, de ene nog lekkerder dan de andere, waaronder dé Weense klassiekers, ‘Wiener Melange’ & ‘Sacher torte’. ‘Wiener Melange’ is de Weense cappuccino.

Voor wie het wat sterker mag, kan men natuurlijk ook alcoholische dranken krijgen, zoals spritzers, lokale bieren (Pilsner, Kellerbier, Weizenbier, Dunkel of Bock), lokale witte wijnen als Riesling en Grüner Veltliner evenals nationale internationale en frisdranken en spiritualia.

In de oude Weense koffiehuis traditie werden zo’n 50 koffiebereidingen geserveerd, die varieerden met toevoeging of uitsluiting van suiker, room, slagroom, melk, melkschuim, melkhuid (het ons bekende velletje) of sterke drank. Bij de koffie worden de gasten geserveerd met een glas leidingwater en als je langer blijft zal de ober het vaak bijvullen. Het koffiehuis biedt meestal kleine gerechten zoals worst en gebak, cakes en taarten. Sommigen van hen bieden een volledig menu van voornamelijk traditionele Weense gerechten zoals Wiener Schnitzel, Fiaker-Gulasch en Tafelspitz

 

Welke koffies kan je zoal bestellen? We beperken ons hier tot enkele persoonlijke aanraders.

  • Verlängter: Een Verlängerter bestaat uit voor de helft uit espresso en helft water. Wil je een koffie met melk, bestel dan een Verlängerter braun. Wil je zonder melk, bestel dan een Verlängerter schwarz.
  • Melange: Lokaal een Melange, voor ons bekend als Wiener Melange, bestaat voor de helft uit espresso. Daaraan toegevoegd is een beetje water, melk en melkschuim.
  • Mokka: Als je een espresso wilt, bestel je in Wenen een Mokka. Je krijgt dan een klein kopje sterke espresso. Soms staat deze koffie ook op de kaart als Kleiner Brauner.
  • Maria Theresia: Deze is vernoemd naar de Aartshertogin /keizerin van Oostenrijk in de achttiende eeuw en bestaat uit een dubbele espresso met sinaasappellikeur en slagroom.
  • Einspänner: Bestel je in Wenen een Einspänner, dan krijg je een kopje gevuld een beetje espresso, maar voornamelijk met room.
  • Großer Brauner: Deze koffie bestaat uit een dubbele espresso met een beetje room erop.
  • Wiener Eiskaffee: Gekoelde koffie met ijs en slagroom.
  • Fiaker: Mokka met rum, in een glas geserveerd
  • Wiener Melange: Koffie met gelijke delen gestoomde melk en melkschuim.
Maria Theresia
Einspänner
Fiaker

 

Om af te ronden, nog enkele bekende café’s.

Er zijn er veel meer die ook echt de moeite waard zijn, dit is een persoonlijke selectie. Let wel op, bij sommige koffiehuizen sta je lang in de rij voor je een plaatsje toegewezen krijgt!

 

Café Central (1876) is een café aan de Herrengasse 14 en is gevestigd op het gelijkvloers van het voormalige Bank- und Börsengebäude. Dit neo-renaissance bouwwerk wordt tegenwoordig als Palais Ferstel aangeduid, als referentie naar de architect, Heinrich von Ferstel. Het speelde al snel een rol in de koffiehuiscultuur van het Weense fin de siècle. Tot de vaste gasten uit de vroege jaren behoorden o.a., Alfred Adler, Adolf Loos, Sigmund Freud en Leon Trotski. Café Central is nu vooral een toeristenattractie. (Lange wachrijen).

 

Het Café Sacher (1876) is nu ook een vijfsterrenhotel achter de Staatsopera aan de Kärntner Straße. Het hotel is vooral bekend door de Sachertorte en werd gebouwd op de plaats waar ooit het huis van Antonio Vivaldi stond. Na de Tweede Wereldoorlog werd Wenen, net als Berlijn, verdeeld in vier bezettingszones. De Britten gebruikten Hotel Sacher als hun hoofdkwartier, ze noemden het The Third Man.

 

Café Hawelka (1938) (mijn persoonlijke favoriet) ligt in het centrum van Wenen, op slechts een paar minuten lopen van de Stephansplatz, in de kleine zijstraat Dorotheergasse. Het exterieur is zeer onopvallend, dus als je langskomt, zou je van buitenaf nooit raden wat voor juweel erbinnen is verstopt. Ook het interieur is onopvallend, zeer bescheiden maar gezellig en met een specifieke Weense charme. Het is ontworpen door een student van de beroemde architect Adolf Loos en is sinds 1912 onveranderd gebleven. Maar bij Hawelka gaat het niet om mooie meubels, stijlvolle lampen of serviesgoed, het ligt allemaal in de sfeer van het café en zijn geschiedenis.

Voor iedereen die de echte sfeer van het café in Wenen wil ervaren, moet het huis Hawelka het eerste adres zijn, want het is al meer dan 100 jaar niet meer gerenoveerd. Als u er bent, moet u de specialiteit van het restaurant, de Buchteln, proberen. Dit zijn zoete, meestal gevulde, gistknoedels gebakken in de oven.

 

Café Landtmann (1873) is gelegen aan de Universitätsring 4 en is bekend in de hele stad. Omdat het zich in de directe omgeving van het Burgtheater, de Universiteit van Wenen en niet ver van het stadhuis van Wenen met het Rathauspark , de bondskanselarij en drie ministeries bevindt werd en wordt het café dan ook bezocht door onder meer acteurs, politici, ambtenaren en journalisten en is vaak het toneel van persconferenties. Onder de gasten vinden we bekende namen zoals Julius Raab, Gustav Mahler, Gary Cooper, Marlene Dietrich en de auteur Thomas Mann. Verder tellen we ook Sigmund Freud, Curd Jürgens en Romy Schneider onder de voormalige vaste bezoekers.

 

Café Mozart (1794) op het Albertina plein. Het Museum Albertina ligt in de directe omgeving van het koffiehuis dat de eerste klassieke stoeptuin van Wenen met tafels, stoelen en potplanten inrichtte. De Britse schrijver Graham Greene schreef hier het scenario voor de film The Third Man (1948). Greene plaatste een scène in de stoeptuin van Café Mozart, de naam van het restaurant in de film was “Old Vienna”. Zelfs Anton Karas, die de themamuziek schreef voor deze film, componeerde een “Café Mozart Waltz”.

 

En dan hebben we het nog niet over de café’s Adami, Alt WienBellaria, BräunerhofDemel, FrauenhuberGriensteidlMinistryMuseum, Prückel, Goldegg, Jelinek, Savoy, ….. gehad.

Zoals u al duidelijk zal zijn, nog veel te ontdekken.

Bronnen, aangevuld met eigen ervaringen

 

KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE OVER DE 5- DAAGSE WENEN REIZEN

KLIK HIER VOOR MEER INFORMATIE OVER DE 6- DAAGSE WENEN REIZEN