Een uitgebreid reisverhaal over natuur en cultuur door onze gids Kurt Lecompte
Geen bestemming die de verbeelding zo bespeelt als de Noorse fjorden. Helemaal onterecht wordt het noorden van Europa altijd geassocieerd met koude temperaturen, sneeuw en ijs, regen en frisse wind. Heel vaak vergeten we dat er in het noorden ook seizoenen zijn. Wist je dat de gemiddelde zomertemperatuur er in juli zelfs iets hoger ligt dan bij ons? Wist je dat de kern van de meeste zomerse hogedrukgebieden bij ons vaak boven Scandinavië ligt?
Trygve Gulbranssen beschreef het oeroude en ongerepte Noorse landschap in “Eeuwig zingen de bossen” als volgt:
“Maar er is ook een richting die het Noorden heet, en aan de noordzij der open vlakte was sinds oude tijden het bos geen duimbreed geweken. Donker en machtig zong het zijn oude zang, die voort klonk over bergruggen en hellingen, in onafzienbare uitgestrektheid steeds verder noordwaarts …”
In tegenstelling tot wat de Noorse roman ons doet geloven, zingen de bossen niet eeuwig. In het zuiden van Noorwegen wordt het grootste deel zelfs gekapt. Berggebieden zijn aan grote veranderingen onderhevig. Erosie door water, wind en ijs, temperatuurwisselingen, aardverschuivingen; doodnormale verschijnselen die zich alleen in een ander ritme voortdoen dan ons ritme. De geologie van Noorwegen leert ons als geen ander dat bergen niet eeuwig zingen. Maar omdat ons eigen ritme zo veel korter is dan dat van de bergen, ervaren wij het berglandschap als oeroud land, waarin alles aan het verleden herinnert. De zang der bergen is een echo uit tijden die geen mens heeft meebeleefd. John Muir zei ooit als er bij de schepping van deze bergen één werktuig van de natuur is dat boven alle andere de naam van Vernietiger verdient, dan moet dat de gletsjer zijn. Noorwegen is door ijs gevormd. In elk Noors berggebied zal je dat altijd anders ontdekken: de fjorden, meren, hoogvlaktes en afgeronde bergen: gletsjerwerk in voltooid verleden tijd.
Göteborg
Na Stockholm is de Göteborg de grootste stad en haven van Zweden. Het is niet alleen de stad waar VOLVO jaarlijks 300.000 nieuwe auto’s van de band laat rollen, maar ook een aanleghaven voor cruise- en ferryboten.
Nadat in de Göta Älv heel wat gestichte steden verwoest werden in de oorlogen tussen Denemarken, Zweden en Noorwegen lukte het Gustav Adolf om er in 1621 een stad te stichten. De plek was van economisch en strategisch belang omdat de grens met Noorwegen toen veel meer naar het zuiden kwam en het meest zuidelijke punt van Zweden zelf Deens grondgebied was. Voor de bouw van de stad riep de Zweedse koning de hulp in van Hollanders, Duitsers en Schotten. Daarbij kregen de Hollanders de grootste invloed en maakten er het stadsplan op basis van een netwerk van grachten waarop toeristen kunnen rondvaren in paddanboten. Het stadsplan toont ons ook een grote vestinggracht met een gordel van parken. De eerste burgemeester van Göteborg Jakob van Dijck was trouwens een Hollander.
De wieg van Björn Ulvaeus van popicoon ABBA stond ooit in deze mooie Zweedse blonde. Misschien wordt het gewaagde ontwerp van het wit-rode kantoorgebouw dat sedert 1989 de horizon van de stad siert daarom door de inwoners ook spottend “de lipstick” genoemd?
Terwijl we de E6 volgen richting Zweeds-Noorse grens komen we langs de Bohusfestning. Met muren van negen meter dikte, en na veertien mislukte belegeringen is het een van de best beveiligde vestigingen in het noorden van Europa. Het fort werd ooit gebouwd in 1308 door de Noorse koning Hakon V als bescherming van de zuidelijke grens van zijn land tegen de Zweden. Vanuit de vestiging hief men ook tol over het vervoer over de Göta rivier.
Tijdens de Zevenjarige Oorlog van 1563 tot 1570 werd het fort zesmaal aangevallen door de Zweden. Het is de Zweden toen niet gelukt het fort in te nemen.
In 1676 en 1678 werd de vestiging belegerd door Noorse troepen. Tijdens het beleg van 1678 bestond het garnizoen uit 900 Zweedse en Finse soldaten. Het leger uit Noorwegen bestond uit bijna 15.000 soldaten. Het beleg duurde twee maanden. Daarbij schoten ze 25.000 kanonskogels op de vestiging af, maar het hield stand.
Rijdend langs de scherenkust van Bohuslän vind je er schilderachtige vissersplaatsjes. De Zweden noemen dit gebied met enige ironie trouwens de Zweedse Riviera.
Onderweg naar de grens vallen ook de Falurode boerderijen en huizen op. Het Falurood is een meer specifieke aanduiding van het Zweedse rood en is de kleur van een pigment dat wordt toegepast in verf die heel vaak op huizen in Zweden te vinden is. De naam komt van de typische kleur in de kopermijnen bij de Zweedse stad Falun. De kleur wordt vaak omschreven als een vorm van donkerrood en heeft een bijzondere uitstraling (zogenaamde changeant effect) bij een variërende lichtinval. De zogenaamde Zweeds slamfärg of Zweeds rödfärg wordt traditioneel gebruik voor hout omdat het erts nog andere conserverende componenten bezit. Bij ons benoemen ze deze roodbruine kleur ook wel eens als “ossenbloedkleur”.
De kleur wordt bijzonder veel gebruikt in Zweden en ook in Finland en Noorwegen waarbij de kleur licht varieert doordat de brandtechniek er iets is gewijzigd of andere pigmentgrondstoffen gebruikt werden. In Noorwegen is het rood iets feller, in Finland iets meer oranje. Ook in Noord Duitsland waar Zweden lange tijd Voor-Pommeren (Stralsund) bezat en de Baltische staten die vanouds onder Zweedse invloed stonden, komt de kleur veel voor.
In de 16e eeuw werd de kleur gebruikt om huizen mee te verven doordat koning Johan III van Zweden deze mode introduceerde, eerst alleen bij de rijken, maar pas vanaf 1800 sloeg de kleur ook aan bij de armen op het platteland vanwege de lage kostprijs. Mensen met geld gebruikten andere kleuren zoals bijvoorbeeld wit. Het rood komt van het fijngemalen afvalerts dat eerst gebrand werd. De rode kleur is een vorm van ijzeroxide en is verwant aan onder andere sienna (gebrande sienna) en zogenaamd Engels rood. Hoewel walvisbloed ongetwijfeld ook gebruikt werd als verdikkingsmiddel, is de oorsprong van de kleur door deze toevoeging onjuist.
Svinesund en de nieuwe grensbrug
We rijden over de nieuwe grensbrug en zien rechts van ons de oude brug liggen. De Noorse koning Harald noemde deze plek de “Brug naar de toekomst” op 10 juni 2005 toen hij de brug samen met de Zweedse koning Karel Gustaaf opende. De nieuwe brug is meer dan een verbindingsweg, het is een symbool van de zeer intensieve samenwerking tussen Noorwegen en Zweden. Het is ook een markering van 100 jaar zelfstandig Noorwegen in een bijzondere relatie met buurland Zweden De brug is 704m lang en heeft een boog van 247m.
Het is hier dat we de Europese Unie verlaten. Geen onderwerp dat sedert Wereldoorlog Twee zoveel politieke discussie oproept als een toetreden van Noorwegen tot de Europese Unie. In 1962 en 1967 was het Frankrijk dat een veto stelde en in 1972 en 1994 verwierp de Noorse bevolking zelf de toetreding tot de EU in een referendum. Premier Kjell Magne Bondevik van de Christelijke Volkspartij wou het debat in 2004 weer opstarten, maar verloor daarop de verkiezingen. De nieuwe premier Stoltenberg (Arbeiderspartij) stelde dat onder zijn regering geen nieuwe poging zou worden ondernomen om toe te treden tot de EU. Ondertussen is het in de Noorse politiek een ongeschreven regel dat de regering valt bij een discussie van een van de coalitiepartners over toetreding tot de EU…
Terwijl we verder langs de E6 rijden richting Oslo rijden, komen we voorbij de vroegere luchthaven van Rygge/Moss. Deze luchthaven was van oorsprong een militaire basis. De Noorse luchtmacht kreeg in 2004 toestemming om de basis ook te gebruiken voor de burgerluchtvaart. De luchthaven werd geopend in 2007. Voornaamste gebruiker in de jaren dat de luchthaven geopend is geweest was Ryanair. De invoering van een vliegbelasting door de regering van Erna Solberg per 1 juli 2016 was voor Ryanair reden om uit Moss te vertrekken. Een paar maanden later leidde dat tot de sluiting van de luchthaven.
De Noorse hoofdstad laten we even links liggen, maar vervolgen onze weg langs de E6 verder richting Trondheim naar de olympische winterspelenstad Lillehammer. We passeren Eidsvoll de plek die aan de wieg stond van de Noorse democratie. Eidsvoll is in Noorwegen vooral bekend omdat hier in 1814 de grondwet van het land opgesteld werd. Dat gebeurde op 17 mei tijdens een eerste volksvergadering van enkele schrijvers, geleerden en politici uit het hele land in de woning van Carsten Anker. De woning, nu bekend als Eidsvollbygningen werd in 1837 het eerste nationale monument van Noorwegen. Er was een Noorse grondwet maar het zou duren tot 26 oktober 1905 voor Noorwegen echt onafhankelijk werd van Zweden. Ook ter hoogte van Eidsvoll begint het grootste natuurlijke meer van Noorwegen, het Mjösameer. Van het zuidelijkste punt Eidsvoll tot het noordelijkste punt Lillehammer is het meer 117 kilometer lang. Het breedste stuk (bij Hamar) is 15 kilometer breed.
Al sedert 1856 siert ‘De Witte Zwaan van Mjösa’ het ‘stralende’ meer tijdens de zomer. De Skibladner zoals de raderboot heet, dankt haar naam aan het magische schip van de god Fröy uit de Noorse mythologie. De boot vertrekt aan de kade in Gjövik voor een rondvaart op het meer om 9.30 uur elke zomer, zes dagen op zeven.
Lillehammer en de Birkebeiner
Als gaststad voor de Olympische Winterspelen van 1994 kreeg de stad van de Birkebeiner haar reputatie als toeristische trekpleister in het oosten van Noorwegen. Tandarts Anders Sandvig vond er in Maihaugen een ideale plek om er zijn verzameling oude gebouwen zoals een boerderij, een school, ja zelfs een heuse staafkerk te tonen aan het publiek.
Sandvig verzamelde deze gebouwen en historische voorwerpen bij zijn reizen door het Gudbrandsdal. Wist je trouwens dat de tandarts als Tbc-patiënt gedoemd was om zijn allerlaatste dagen door te brengen in Lillehammer? De gezonde berglucht in de regio breide echter nog vele jaren aan zijn leven als verwoed verzamelaar van historische curiosa uit het populaire dal. Op vandaag is Maihaugen een prachtig openluchtmuseum dat je Bokrijksgewijs kan bezoeken tijdens de zomermaanden. Bij Maihaugen is ook een bescheiden postmuseum toegevoegd.
Sissel Kyrkjebø zong tijdens de openingsceremonie van de Winterspelen in 1994 de Olympische hymne maar werd bekend om haar Olympisch lied “Se Ilden Lyse” (Zie het Licht branden) https://youtu.be/poILi0EvJyc Ze bezingt in het nummer het winterse Noorse landschap, het land waar trollen wonen en waar de vlammen in de hemel dansen als lichtjes.
De Birkebeiners was de benaming voor een van de rebellerende partijen in Noorwegen in de periode van de Noorse burgeroorlogen van 1130 tot 1217.
Tijdens de periode van de burgeroorlogen waren er veel conflicten. De achtergrond van deze conflicten was de onduidelijke Noorse wet die de troonopvolging regelde, de sociale omstandigheden in die tijd en de strijd tussen kerk en koning. Er waren twee hoofdstromingen de Bagli-partij (de groepering die voornamelijk het bisdom Oslo en de adel rond het Oslofjord vertegenwoordigde) en de Birkebeiner-partij (de groepering die voornamelijk de boerenstand en landmannen vertegenwoordigde). Hun voorman was meestal een troonpretendent van de partij in kwestie om zo op deze wijze te proberen de macht in Noorwegen te verkrijgen. De Birkebeiners, die meestal de overhand zouden hebben, zouden uiteindelijk in 1217 de machtsstrijd winnen toen hun Haakon IV koning werd in Noorwegen. Om te voorkomen dat Haakon door de Bagli-partij gevangen werd genomen, redde een groepje strijders van de Birkebeiners in 1206 de jonge Haakon en vluchtte met hem naar het hof van koning Inge II Brådsson in Nidaros. Tijdens hun tocht kwamen ze in een sneeuwstorm terecht en alleen de twee sterkste strijders konden de reis op hun ski’s, met het kind in hun armen, vervolgen. Zij brachten de jonge troonopvolger in veiligheid. Ter ere van de redding van het koningskind heeft de stad Lillehammer in haar wapenschild een Birkebeiner. Er staat ook een standbeeld van de Birkebeiner met het kind onder de armen voor de bibliotheek van de stad.
Vandaag de dag wordt de redding van Haakon Håkonsson in Noorwegen herdacht door drie jaarlijkse evenementen: een loopwedstrijd, een mountainbikerace en een langlaufskirace, de Birkebeinerrennet of de Birkebeiner Run.
De overeenkomst van de evenementen is het dragen van een 3,5 kilogram wegende last ter herinnering aan het kind (Haakon IV) dat tijdens de reis moest worden gedragen. Deze evenementen vinden in de regio van Lillehammer en Rena plaats.
Gudbrandsdal
We ontwaken ’s morgens en bij de opkomende zon hoor je Edvard Grieg’s Morgenstemning in de streek waar deze Noorse componist zijn inspiratie op deed voor deze muziek uit Peer Gynt.
We rijden door Gudbrandsdalen, het dal van alle dalen in Noorwegen, ook wel eens Noorwegen in het klein genoemd. Achter elke bocht wacht ons een ander panorama, groene vergezichten met de weerspiegeling van de bergen in het water. We volgen de weg tot net voorbij het dorpje Vinstra waar jaarlijks in de maand augustus bij het festival van Peer Gynt de Peer Gynt van het jaar gekozen wordt.
In Otta nemen we weg 15 richting Lom, een plaatsje aan de voet van het Jotunheim-gebergte waar we een mooi zicht krijgen op één van de overgebleven Noorse Stavkerken. In Lom is de populairste bakker van de regio, zo te herkennen aan de rij wachtenden die aanschuiven om te proeven van de verse Kanelbullar. Lom is vaak de startbasis voor de talrijke bergwandelingen in de regio van Galdhøpiggen met zijn 2469m de hoogste berg van Noorwegen.
Galdhøpiggen is het dak van het Jotunheimenhooggebergte en maakt deel uit van het Breheimenmassief. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat we in deze streek flirten met de boomgrens. De boomgrens is de grens tot waar bomen voorkomen. Voorbij die boomgrens laten de klimaatomstandigheden geen bomen meer toe. De bekendste boomgrens is de lijn waar de temperatuur de grens bepaalt. Dit type boomgrens komt voor aan de beide polen en in de bergen. In Noorwegen daalt de boomgrens van 1000m in het zuiden van het land tot op zeeniveau in het noorden (Finnmark).
De verscheidenheid in plantengroei wordt in de eerste plaats beheerst door de overgang van de kust naar het hooggebergte. In deze volgorde treffen we de volgende zones aan: een smalle, uit heide en cultuurland bestaande gordel langs de kust, arm aan bos is; een zone van naaldwouden, waarin de fijnspar domineert, vergezeld van berken, lijsterbessen en de vooral als pionier optredende grove den; een berkenzone, die hier de bosgrens vormt; de boomvrije fjelden met arctisch-alpine begroeiing. In het zuiden vinden we op de vruchtbare gronden ook nog de noordelijkste uitlopers van de Midden-Europese loofbossen met eik (ten noorden van Oslo tot 61° N.Br., aan de westkust tot 63° N.Br.), vergezeld van klein bladige linde, gewone es, ruwe iep, Noorse esdoorn, hazelaar en meelbes. Op onze weg naar de Polfossen in Skjåk merken wij dat het landschap verandert. Je merkt dat we klimmen en dat de vegetatie anders wordt.
We rijden richting de oude weg naar Stryn om dan de weg te nemen naar Strande voor een boottocht op de wereldberoemde Geirangerfjord.
Onderweg krijgen we een adembenemend panorama te zien op de tonen van de weemoedig mysterieuze muziek van de Noorse groep Secret Garden. We dalen van ongeveer 1000 meter hoogte terug tot het zeeniveau in Geiranger en nemen talrijke haarspeldbochten. Onderweg kruisen we verschillende watervallen die in het Noors aangeduid worden met “fossen”.
https://www.youtube.com/watch?v=yIvQ_sfFHCk&list=OLAK5uy_lqCo1v__OLClCR8B8Pi_D8Fe6B4GaH4_Y&index=4 (muziek, Sigma uit Songs from a Secret Garden)
Geirangerfjord
Een fjord is een restant uit de ijstijd, waar gletsjers door de bergen kropen en het landschap uitgesleten hebben.
Na de ijstijd vulden de gletsjerdalen zich opnieuw met zeewater. En dat is wat een fjord zo typisch maakt. Een fjord kan soms tot honderden kilometers landinwaarts komen zoals bij voorbeeld de Sognefjord, die meer dan 200 km lang is. Typisch voor een fjord is ook dat hij onder water even diep kan zijn als hij boven water hoog is. Geen land dat zo overheerst wordt door de prachtige en majestueuze fjorden als Noorwegen. De blauwe fjorden met groene bergflanken vinden we in Noorwegen vooral aan de westkust dat door de Noorse zangeres Sissel zo prachtig bezongen wordt (https://youtu.be/5DTLr4YtaTk).
De eerste fjord waar we op onze reis door de fjorden varen is de wereldberoemde Geirangerfjord, een deel van de grotere Nordfjord met langs de flanken populaire watervallen zoals “De Bruidsluier” en “De Zeven Zusters”. Het hoeft niet te verwonderen dat deze fjord op de werelderfgoedlijst staat van de UNESCO.
We varen een klein uur op de fjord van Geiranger naar Hellesylt. Onderweg passeren we de Arendsweg en horen we de talrijke verhalen en de legendes van de soms dramatische geschiedenis van verlaten boerderijen en de watervallen die we voorbijvaren. In Hellesylt rijden we door een pas aangelegde tunnel tot aan een redelijk recent aangelegd uitzichtpunt van waaruit je goed ziet waar de Geiranger de Sunnylvsfjord ontmoet. Daar krijgen we een prachtig zicht op de fjorden die baden onder een stralende noorderzon.
Ålesund
National Geographic vermeldt dat Ålesund het decor van een Noors sprookje zou kunnen zijn – met een moderne wending. Het is de stad waar de bergen en de fjorden de oceaan ontmoeten. De bekende Art Nouveau stad is voor velen meer dan een bezoek waard. Het vogeleiland Runde voor de kust en de dramatische besneeuwde bergtoppen rond de Hjørundfjord en de Sunnmørsalpene zijn echte trekpleisters.
Ålesund heeft een schitterende ligging op enkele eilandjes in de Atlantische Oceaan, en staat bekend voor haar architectuur in Art Nouveau stijl nadat ze in 1904 herbouwd werd na een grote verwoestende brand. In het Noors zegt een spreekwoord zelfs “Ik heb nog nooit zoiets gehoord sedert Ålesund platgebrand werd”. Vandaag is Ålesund het culturele centrum van de regio, en worden er verschillende festivals georganiseerd. Onder andere het Norwegian Food Festival, het festival van de nieuwe Noorse literatuur, een theaterfestival, en verschillende muziek en kunstfestivals.
Na 418 trappen heb je op het uitzichtpunt Aksla een mooi zicht over de verschillende eilanden die verbonden zijn door tunnels. De rotsen van de uitgegraven tunnels vormen nu samen het eiland Vigra met de luchthaven van Ålesund.
Nordfjord
Onderweg naar Stryn duiken de bergen in Nordfjord van een hoogte van enkele honderden meters recht het fjord en de oceaan in en creëren zo ook geweldige watervallen. Het hart van deze regio heeft prachtige gletsjers, bijzonder smalle valleien en het Hornindalsvatnet, het diepste meer van Europa.
De fjord is breder in het midden van de regio Nordfjord. Hier vinden we glooiende heuvels en een milder klimaat. Een klimaat dat ideaal is voor de fruitteelt op de flanken. Blozende appels, knalrode kersen en sappige zoete aardbeien vind je in de omgeving van Loen, langs de gelijknamige fjord. Sedert een paar jaar kunnen we in Loen ook de kabelbaan Skylift nemen tot op 1.011 meter of klimmen langs de Via Ferrata tot hoog boven het fjord met de bergen en het nationaal park Jostedalsbreen rondom ons.
De Vikanedorpjes Innvik en Utvik verbinden elkaar door een weg die ooit bekostigd werd door meneer Singer van wie je het borstbeeld langs de weg kan vinden. Wij rijden op de E39 richting Byrkjelo de bergen in voorbij het uitzichtpunt Karistova. Daar hebben we een panoramisch overzicht op deze fjord. Deze regio draagt ook ’s zomers de sporen van de wintersporten. Al liggen de liften en de pistes er in dit seizoen er eerder verlaten bij. Verder gaat het richting Skei aan het Jølstermeer en Førde in Sunnfjord.
Sognefjord
De Sognefjord is de langste en diepste fjord van Noorwegen. Eén van de vertakkingen, de Nærøyfjord, staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het berggebied rondom deze fjord behoort tot de populairste wandelgebieden van Noorwegen.
De Sognefjord strekt zich uit van de kust net ten noorden van Bergen tot aan de machtige bergen van Jotunheimen en het blauwe ijs van de Jostedalsgletsjers. Op haar diepste punt is de 205km lange Sognefjord meer dan 1300 meter diep, en de bergen aan beide kanten van de fjord rijzen tot wel 1700 meter uit het water omhoog. De smalste, en meeste beroemde vertakking van deze fjord, de Nærøyfjord, is op zijn smalste punt maar 250 meter breed.
Onderweg van Førde naar Bergen moeten we de langste fjord van Noorwegen, de Sognefjord oversteken met de veerboot van Lavik naar Oppedal langs de E39. Dit soort oversteken gebeurt wel vaker in de fjordregio van Noorwegen.
De lichtinval in combinatie met de waterspiegel maakt die reis in Noorwegen altijd zo mysterieus en magisch. De Noren voegen er ook graag aan toe dat “Slecht weer niet bestaat in Noorwegen, alleen maar slechte kleren”.
Bergen
De reis gaat verder naar de Hanzestad Bergen, de poort tot de fjorden gekend omwille van de zo typisch gekleurde houten huizen aan de kade van Bryggen. De stad Bergen is gebouwd rond zeven bergen waarvan Ulriken (643m) de hoogste is en de Mount Fløyen de meest bezochte al was het maar omdat bijna elke toerist die Bergen bezoekt de kabelbaan neemt naar de 320m hoge top van de berg.
Wie Bergen bezoekt komt ongetwijfeld op de vismarkt om er een stuk walvis te proeven of de kingcrabs te bewonderen die er uitgestald liggen. Fans van de Noorse ruige non-conformistische detective Varg Veum zien het bronzen beeld van dit fictief personage van schrijver Gunnar Staalesen leunend staan tegenover de vismarkt aan de ingang van een van de vele hotels in de stad. Veel van deze detectiveverhalen werden ook vertaald in het Nederlands en ook verfilmd. De gelijknamige serie wordt af en toe herhaald op Vlaamse zender Canvas.
De vroegere hoofdstad van Noorwegen heeft ook een zeer sterke reputatie bij internationale studenten omwille van de gekende Universiteit met een sterke faculteit natuur-wetenschappen (marine biologie). Ook het Aquarium in Bergen heeft een internationale uitstraling.
Nærøyfjorden en Aurland
De Nærøyfjord dankt haar naam aan de nauwheid die op bepaalde plekken amper 250m bedraagt in schril contrast met de omliggende bergen die tot 1770m hoogte gaan. Op het smalste punt is de fjord slechts 12 m diep, verder naar het einde verdiept ze tot 75 m. De fjord eindigt nabij het Viking dorpje Gudvangen. In dit dorpje vind je de vallei Njardarheim waar je ondergedompeld wordt in het wonen en leven van de Viking tijd.
Op de Nærøyfjord en Aurlandfjord varen wij anderhalf uur. Onderweg horen we vertellen over de natuur en de plekjes onderweg zoals het kleine dorpje Undredal met het kleine kerkje.
De natuur is woest en desolaat, haast niet te denken dat deze fjord 200 km verder naar de oceaan leidt. De waterspiegel weerkaatst de ruige bergflanken en de wisselende lucht als was het een mooie natuurposter maar dan in het echt. Zo mooi kan de natuur dus zijn.
We varen met de veerboot niet helemaal tot Flam, waar het gekende treintje door de bergen spoort naar Myrdal maar stappen af in de rijkste gemeente van Noorwegen Aurland. Hier kwamen in de 19e eeuw al rijke Engelse toeristen jagen, vissen en genieten van het prachtige landschap. De gemeente haalt haar inkomsten niet enkel uit toerisme maar sedert 1969 ook uit waterkracht. Er is hier trouwens ook een zetel van het Noorse energiebedrijf Eco. Noorwegen is een rijk land dat niet enkel inkomsten haalt uit olie- en gaswinning voor de kust, maar ook voorziet in de eigen energiebehoeftes dankzij het de ontelbare kleinschalige waterkrachtcentrales verspreid over het hele land. Het niveauverschil in het landschap is er samen met de aanwezigheid van water ideaal om er elektriciteit op te wekken. Zelfs voldoende om geen beroep te moeten doen op kerncentrales of buitenlandse energietoevoer. Na een prachtige rit door het nationaal park van het Hallingsdalkarvet overnachten wij in de wintersportstad Geilo.
Oslo
Van Geilo gaat het op het einde van onze fjordenreis naar de Noorse hoofdstad Oslo. We bezoeken er onder andere het beeldenpark van Gustav Vigeland in de Frognerwijk. Logeren doen we op de Holmenkollen waar een van onze landgenoten mee de nieuwe stalen schans ontworpen heeft. Oslo kent de laatste jaren een ware metamorfose die in 2009 begonnen is met de bouw van het nieuwe operahuis uit witte marmersteen aan de rand van de Oslofjord. Ernaast ligt nu de nieuwe bibliotheek en ook het nieuwe Munchmuseum met het wereldberoemde schilderij “De schreeuw”. De skyline van Oslo wordt in Bjorvika gekenmerkt door een hele boel kantoorgebouwen die de inwoners van de tijgerstad spottend “De Barcode” zijn gaan noemen. Naast het koninklijk paleis, het Noorse parlement de Stortinget en het Nationaal Theater vind je er ook het nieuwe Nationaal Museum dat in 2021 de deuren opent.
Ook het bakstenen stadhuis met de twee torens is beslist een bezoek waard. Het is daar in de grote benedenzaal dat jaarlijks in december de Nobelprijs voor de Vrede wordt uitgereikt. Op het museumschiereiland Bygdoy wordt ook het museum voor de Vikingschepen uitgebreid. Het Frammuseum kreeg enkele jaren geleden al een heuse opknapbeurt. Oslo is niet enkel de groene Europese hoofdstad van 2020 maar heeft haar bezoekers ook op cultureel en architectonisch vlak veel te bieden.
MEER INFORMATIE OVER DE NOORSE FJORDEN REIS: KLIK HIER
MEER INFORMATIE OVER DE CRUISE NOORWEGEN EN DE FJORDEN: KLIK HIER